Na het ontvangen van een dwangsom onder voorbehoud,  schreef ik het volgende;

P.C. van Dam

Dordtsestraatweg 440

3075 BL Rotterdam

 

betreft uw brief met kenmerk hha360036 v

 

aan: Gemeente Rotterdam                            aantekenen

Stadstoezicht

t.a.v. dhr. F.J.Rousse

 

Rotterdam 25-01-2012

 

Geachte mijnheer F.J. Rousse

 

Het komt mij voor dat meningsverschillen over regels en uitvoering van de regels ten alle

tijde als overleg dienen te worden gestart.

Zeker als vast staat dat de overheid waar u voor werkt de regels waar u op doelt in uw brief,

voor zich zelf als niet van toepassing verklaart.

De waarneming waarop u uw brief baseert is onmogelijk; Dordtsestraatweg 7 bestaat niet.

Of uw plan om mij een last onder dwangsom op te leggen in deze rechtmatig is betwijfel ik.

Gezien de opstelling van uw brief over deze kwestie en de wijze waarop gedreigd wordt wil ik u informeren over de historische feiten.

 

Gemeente en Deelgemeente zijn volstrekt willekeurig in het verbaliseren en het controleren c.q. handhaven van de door het gemeentebestuur opgestelde wetgeving.

 

Het betreft hier het toestaan (gedogen) van reclame uitingen van politieke partijen tijdens verkiezingstijd. (volgens Rudy Schoonveld OBR)

 

Het maken van uitzonderingen in verkiezingstijd (toenmalig wethouder Bolsius)

 

Het maatschappelijk belang, om zoveel mensen als mogelijk op te roepen te gaan stemmen

(volgens toenmalig voorzitter PVDA dhr Motti)"

Maak dan een bord met;  "mensen ga stemmen"en geen reclame voor één partij.

Dat is maatschappelijk bezig zijn."(Peter van Dam)

 

Het moet gezegd dat het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) tegen het verlenen van deze ontheffing was en is.

 

Gedurende vele jaren v.a. 1978 heb ik reclamebordjes opgehangen en hier ook vergunning voor ontvangen.

De ROTEB heeft meerdere malen mijn bordjes (met vergunning) verwijderd.

Hierop heb ik altijd sportief gereageerd en nooit schadevergoeding gevraagd.

Nadat het gemeentebestuur in 2001 besloten had het plaatsen van bordjes niet meer toe te staan, heb ik mij tot de eerstvolgende verkiezingen hieraan gehouden.

Toen bleek dat partijen zichzelf boven de wet plaatsten, ben ik tijdens de vuurwerkverkoop

weer gaan plaatsen. Dit is jarenlang gedoogd, mede omdat ik er op toezie dat er geen gevaarlijke situatie kan ontstaan en de bordjes op 1 januari allemaal verwijderd worden

zonder het object (lantaarnpaal) te beschadigen.

Dit laatste was een eis in de toenmalige vergunning.

 

De politieke partijen plakken de reclameborden op de palen en

verwijderen de bordjes niet na de verkiezingen.

Ze gebruiken hiervoor de diensten van de gemeente (illegaal ?), deze rukken de bordjes van de palen, en beschadigen hierdoor publiek eigendom.

 

Ik stel hierbij dat er misbruik wordt gemaakt van overheidsdiensten voor éénzijdige belangen van een enkele politieke groepering.

Ik deel u mede dat ik een dergelijke overheid als onbetrouwbaar bestempel.

 

Mede hierom ga ik deze brief vergezeld van bewijsstukken sturen aan;

Gemeente, deelgemeente, de nationale ombudsman, de burgemeester van Rotterdam, en diverse media waaronder kranten televisie en Vos en de Lange advocaten

 

Einde vorig jaar ben ik vanwege mijn maatschappelijke betrokkenheid

door div. kranten en radiostations geïnterviewd, en ben twee maal op de televisie verschenen.

Het zal mij weinig moeite kosten bovenstaande misstand aan de kaak te stellen.

 

Alvorens ik hiertoe overga geef ik u 7 werkdagen om uw standpunt in deze te verwoorden.

U kunt uw schrijven richten aan bovengenoemd adres of mailen naar peterdam@filternet.nl

 

Tevens deel ik u mede dat ik voornemens ben opnieuw een vergunning aan te vragen voor het hangen van bordjes aan lantaarnpalen.

Als de gemeente mij dit weigert, zal ik hen vragen om ook voor politieke partijen geen uitzondering meer te maken.

Als men mij dit schriftelijk toezegt, zal ik nooit bordjes meer aan lantaarnpalen bevestigen.

Mocht dit niet gebeuren zien wij elkaar waarschijnlijk bij de rechter.

 

Mochten er in de toekomst weer bordjes geplakt gaan worden door bovengenoemde partijen,

zal ik niet schromen aangifte te doen van vernieling (beschadiging) van publiek eigendom.

Tevens zullen  partijen die dit gaan doen en gedogen moeten uitzien naar negatieve publiciteit tijdens verkiezingstijd.

Gelijke monniken, gelijke kappen.

 

Ik ga er van uit dat u niet op de hoogte was van bovengenoemde feiten toen u mij een last onder dwangsom op wilde leggen.

.

Hoogachtend

P.C. van Dam

 

bijlage; artikel Telegraaf 

 

Brief aangetekend verzonden en gemaild naar bestuursdwang@stz.rotterdam.nl